Roes maakt blind waardoor een patroon van ontwikkeling zich ontwikkeld en geen enkele verstoring of toeval duldt van buiten af. Alles buiten de ballingschap, de 3D-wereld, wereld van roes is onwetenschappelijk en dus dood. De grondslag is alleen het vergankelijke. Echter toch bestaat dat alles, want het toont aan dat er naast en buiten onze realiteit nog andere werkelijkheid bestaan. Toeval schijnt uit andere werkelijkheid te stammen.
De Aarde wereld (de Olam Assia in de Kabbalah, symbolisch ‘Egypte’) heeft leiders die beslissingen nemen waarin het uiterlijk belangrijk is om zo roes te creëren dat alles wat men doet betekenis heeft voor deze wereld. De wereld van de vorm en veelheid worden overspoeld met vergankelijke vorm en uiterlijkheden. Er wordt een kunstmatig uiterlijke orde gecreëerd waarbinnen de mens als burger wordt geknecht met procedures, regeltjes en maatregelen.
Roes zorgt voor het oog verliezen voor verhardingen.
Roes zorgt voor bevrediging en genot : men is bewust van de maatstaven van Egypte, de gevestigde orde en dat voelt goed en behaaglijk. Men is onvoldoende ontwaakt om de roes te herkennen en te breken.
Gevallen spieders (mensen die een glimp van de komende wereld hebben gezien) vallen in deze roes van behaaglijk gevoel.
Verspieders willen een leider die naar Egypte terug voert. Het ontmenste toekomstbeeld is de ernstige val als teken dat alleen de dood redding kan brengen. Met de val van de verspieders houdt het wonen van God in deze wereld op en wordt onzichtbaar daar God in de andere wereld is. God is, leeft in alle Onvergankelijke Werelden achter de vergankelijke wereld van de vorm en veelheid.
Hier stopt de 7de dag, de aardse vergankelijke wereld en komt de 8ste komende dag, de komende wereld waarin het Geestelijke, het Onvergankelijke leidend is en Zich uitdrukt in de de aardse vergankelijke wereld.