Scheppen van morontia-voertuig voor het Geestelijke Pad

Het materiële Zelf, de ego-entiteit van de menselijke identiteit, is gedurende het fysieke leven afhankelijk van het voortdurend functioneren van het grofstoffelijke materiële levensvoertuig, van het voortdurend in stand blijven van de onevenwichtige balans tussen energieën en verstand waaraan, op onze planeet Aarde (Urantia), de naam leven is gegeven.

Echter een Zelf dat overlevingswaarde bezit, een Zelf dat de ervaring van de dood kan transcenderen, wordt alleen ontwikkeld door het tot stand brengen van een potentiële overgang van de zetel van de identiteit van de evoluerende persoonlijkheid van het vergankelijke levensvoertuig – het grofstoffelijke materiële lichaam – naar de meer bestendige, onsterfelijke natuur van de morontia-Ziel en verder, naar die niveaus waarop de Ziel wordt doordrenkt van Geest-realiteit en uiteindelijk de status van Geest-realiteit bereikt. Deze daadwerkelijke overgang van het gebonden zijn aan de materie naar de identificatie met morontia, wordt bewerkstelligd door de oprechtheid, persistentie en onwrikbaarheid van de Godzoekende beslissingen van het schepsel.

De sterfelijke persoonlijkheid bezit echter, door de keuzen die zij zelf maakt, het vermogen om de zetel van haar identiteit te verleggen van het vergankelijke materieel-verstandelijke systeem naar het hogere morontia-Ziele-systeem, dat in samenwerking met de Gedachtenrichter wordt geschapen als een nieuw voertuig voor de manifestatie van de persoonlijkheid als uitdrukking van de Zelfheid.

Hoe nederig je oorsprong ook mag zijn, indien je de bekwaamheid en de gave van de expressie hebt, zult je gepaste erkenning vinden en de jou toekomende waardering ontvangen in je opklimming op de Geestelijke ladder van morontia-ervaring en Geestelijke kundigheid. Dit kan en is mogelijk ook al wandel je in het vlees hier op onze Moeder Aarde.

Zelf-verwerkelijking naar en door bovenmenselijke morontia-realiteiten

Alleen wanneer de mens de morontiale weg gaat die tot Geestelijk inzicht voert, kan hij ooit de boeien breken die inherent zijn aan zijn staat van sterveling in het universum. Energie en bewustzijn voeren wel terug naar het Paradijs en de Godheid, maar noch de energie, noch het bewustzijn waarmee de mens is begiftigd, komen rechtstreeks uit deze Paradijs-Godheid voort. Slechts in de Geestelijke zin is de mens een kind van God. En dit is het geval omdat de mens in zijn huidige staat slechts in Geestelijke zin begiftigd wordt door, en inwoning geniet van de Paradijs-Vader.

De mensheid kan nooit Goddelijkheid ontdekken, behalve langs de weg der religieuze ervaring en door het uitoefenen van waar geloofsvertrouwen. Het in geloofsvertrouwen aanvaarden van de Waarheid van God stelt de mens in staat te ontkomen aan de enge begrenzingen van zijn materiële beperkingen en schenkt hem een redelijke hoop dat hij een vrijgeleide zal verwerven vanuit het materiële gebied, waar de dood is, naar het Geestelijke gebied waar Eeuwig leven is.

Het is de levenskunst van het gebruiken van zowel het verstand als de Geest in een schitterende, doeltreffende combinatie van verstandelijke vastberadenheid en Geestelijk inzicht, en verwerf daardoor een experimenteel niveau van persoonlijkheidsverwerkelijking van de hoogst bereikbare orde: Zelf-verwerkelijking. Indien zij volkomen verenigd zijn, zijn bewustzijn en Geest het potentieel voor de schepping van bovenmenselijke waarden waaronder zelfs morontia-realiteiten en -ervaringen.

Begrijp dat het morontia-leven van een opklimmende sterveling werkelijk aanvangt op de bewoonde werelden bij de conceptie van de Ziel, op het moment wanneer in het schepsel-bewustzijn met morele status de Geest-Gedachtenrichter komt inwonen. Vanaf dat moment heeft de sterfelijke Ziel de potentiële capaciteit om op bovensterfelijke wijze te functioneren, zelfs om erkend te worden op de hogere niveaus van de morontia-werelden in het plaatselijk universum Nebadon.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Artikel